Matches in Data.gov.be for { <http://data.gov.be/.well-known/genid/3ae025c01a4748f29528a67c529affeb2-235c3cc561bd1e3e> ?p ?o ?g. }
Showing items 1 to 4 of
4
with 100 items per page.
- 3ae025c01a4748f29528a67c529affeb2-235c3cc561bd1e3e type ProvenanceStatement @default.
- 3ae025c01a4748f29528a67c529affeb2-235c3cc561bd1e3e label "De SYNOP data zijn onderhevig aan een automatische kwaliteitscontrole waarbij er wordt nagekeken of er ontbrekende data zijn en of de waarden binnen de fysische limieten liggen. De automatische kwaliteitscontrole wordt gevolgd door een manuele controle, uitgevoerd door het personeel van het KMI. Verschillende instrumenten worden gekalibreerd/geijkt in het ijklabo van het KMI. De ijking van de TEMPERATUUR wordt uitgevoerd door de pt100-sensor (van het station) te vergelijken met de pt25-referentiesensor (gekalibreerd bij de nationale metrologie). Beide sensoren worden vergeleken in een thermostatisch bad in een azeotropisch mengsel van propyleenglycol en water van 50%-50% (hierdoor kunnen hetzelfde mengsel en hetzelfde bad worden gebruikt voor het hele temperatuurbereik [-25;35]). De ijking gebeurt bij 6 vaste temperaturen -25°C, -10°C, 0°C, 10°C, 20°C en 35°C. De DRUKIJKING wordt uitgevoerd met een balanceersysteem met twee pompen (overdruk en onderdruk) en drie referenties: een recente (rpm4) en twee oudere (paroscientific), eveneens op geautomatiseerde wijze, in drie op- en neergaande cyclus in het drukbereik 810-1050hPa, met telkens om de 30 hPa een ijkpunt. De kalibratie van de LUCHTVOCHTIGHEID wordt uitgevoerd in een klimaatkast (Weiss) door zowel vochtigheid als temperatuur te variëren aan de hand van een spiegel-dauwpuntreferentie." @default.
- 3ae025c01a4748f29528a67c529affeb2-235c3cc561bd1e3e label "Les données SYNOP sont soumises à un contrôle de qualité automatique, qui vérifie les données manquantes et si les valeurs sont dans les limites physiques. Le contrôle automatique de la qualité est suivi d'un contrôle manuel, effectué par le personnel de l'IRM. Plusieurs instruments sont étalonnés dans le laboratoire d'étalonnage de l'IRM. L'étalonnage de la TEMPÉRATURE est effectué en comparant le capteur pt100 (de la station) avec le capteur de référence pt25 (étalonné à la Métrologie Nationale). Les deux capteurs sont comparés dans un bain thermostatique dans un mélange azéotropique de propylène glycol et d'eau de 50%-50% (ceci permet d'utiliser le même mélange et le même bain pour toute la gamme de température [-25;35]). L'étalonnage est effectué à 6 températures fixes -25°C, -10°C, 0°C, 10°C, 20°C et 35°C. L'étalonnage de la PRESSION est effectué à l'aide d'un système d'équilibrage avec deux pompes (surpression et sous-pression) et trois références : une récente (rpm4) et deux plus anciennes (Paroscientific), également de manière automatisée, en trois cycles de montée et de descente dans la gamme de pression 810-1050hPa, avec un point d'étalonnage tous les 30 hPa. L'étalonnage de l'HUMIDITÉ est effectué dans une chambre climatique (Weiss) en faisant varier l'humidité et la température à l'aide d'un point de référence de rosée à miroir." @default.
- 3ae025c01a4748f29528a67c529affeb2-235c3cc561bd1e3e label "SYNOP data are first subjected to an automatic quality control where we check for missing values and if the values are within certain physical limits. This automatic QC is followed by a manual QC performed by RMI staff members. Different instruments are calibrated by RMI in its calibration laboratory. The TEMPERATURE sensors are calibrated by comparing the pt100 sensor of the station with the pt25 reference sensor of the calibration lab (which are calibrated by the national metrology lab). They are compared in a thermostatic bath which contains an “azeotropic mixture of propyleenglycol and water” (50-50%). This allows the same bath and mixture to be used for the entire temperature range (-25°C to 35°C). The calibration is performed at 6 fixed temperatures: -25°C, -10°C, 0°C, 10°C, 20°C and 35°C. The calibration of the PRESSURE sensors is performed using a balance system with two pumps (for under and over pressure) and three reference sensors: a recent one (rpm4) and two older ones (paroscientific) in an automated way with 3 up and down cycles within the pressure range 810-1050hPa, with a calibration every 30hPa. The calibration of the HUMIDITY sensors is performed in a climate closet (Weiss) by varying the temperature and relative humidity and by using a chilled mirror sensor." @default.