Belgif Linked Data Fragments server

Matches in Data.gov.be for { <https://www.dov.vlaanderen.be/dataset/c639a957-d327-40fd-aea3-db1413b6da09> ?p ?o ?g. }

• c639a957-d327-40fd-aea3-db1413b6da09 applicableLegislation oj @default.
• c639a957-d327-40fd-aea3-db1413b6da09 accessRights PUBLIC @default.
• c639a957-d327-40fd-aea3-db1413b6da09 conformsTo 02dc5bc6edc6488b8c1961cd4e3aba85719-7f1f3966479c06e6 @default.
• c639a957-d327-40fd-aea3-db1413b6da09 conformsTo reg-1089-2010 @default.
• c639a957-d327-40fd-aea3-db1413b6da09 conformsTo 4258 @default.
• c639a957-d327-40fd-aea3-db1413b6da09 conformsTo gmd&elementSetName=full&id=5a390fb9-9021-469b-9e58-864ee99d290f @default.
• c639a957-d327-40fd-aea3-db1413b6da09 created "2016-06-15" @default.
• c639a957-d327-40fd-aea3-db1413b6da09 description "Afin de gérer les eaux souterraines, le sous-sol flamand est divisé en plusieurs unités tridimensionnelles: les masses d’eau souterraines. Dans ces masses d'eau souterraines, les objectifs environnementaux sont évalués et, si nécessaire, des mesures sont imposées. La délimitation des masses d'eau souterraines est requise par la directive-cadre européenne sur l'eau 2000/60/CE, qui définit une masse d'eau souterraine comme «une masse d'eau distincte dans un ou plusieurs aquifères». La classification du sous-sol en différentes masses d'eau souterraine repose principalement sur les caractéristiques physiques des réservoirs d'eau souterraine et sur le débit régional des eaux souterraines. De opeenvolging van watervoerende (zand, grind, krijt, vast gesteente, …) en regionaal voorkomende niet-watervoerende lagen (klei, …) en het voorkomen van duidelijke barrières voor de grondwaterstroming (dikke kleilagen, breuken, grondwaterscheidingen, sterk drainerende rivieren, verziltingsgrenzen, …) vormen de belangrijkste uitgangspunten. La délimitation des masses d'eau souterraines était donc basée sur le codage hydrogéologique du sous-sol de la Flandre (codage HCOV) et sur la classification du sous-sol de la Flandre dans les systèmes d'eaux souterraines. Les masses d'eau souterraines sont tridimensionnelles et peuvent se produire côte à côte et au-dessus de l'autre. Au total, il y a 42 masses d'eau souterraines. Ils sont très différents les uns des autres: * superficie de 50 km2 à 6000 km2 * épaisseur de 20m à 1000m * Kh de 0.000005 à 2300 m/jour * du sucré au sel * composé principalement de calcaire, sable, gravier, tourbe, limon, ... * ... Les masses d'eau souterraines ont à la fois un nom et un code. Le code est structuré comme suit: La désignation d'une masse d'eau souterraine est toujours basée sur le code HCOV de l'aquifère principal. Chaque masse d'eau souterraine a également reçu un code significatif "GWS_HCOV_GWL_NR". Le code se compose d’une abréviation du système d’eau souterraine dans lequel se trouve la masse d’eau souterraine (par exemple CVS, système flamand central), suivie du code HCOV, qui correspond à un aquifère principal (par exemple 0600 pour le système aquifère Ledo-Paniselian-Brusselian). Ensuite, l’abréviation «GWL» est ajoutée, après quoi un numéro de série NR indique la division spatiale ultérieure de l’aquifère en différentes régions. Enfin, dans certains cas, les lettres «s» et «m» ont été ajoutées, indiquant qu’une masse d’eau souterraine a été divisée en une partie qui peut être située dans le district de l’Escaut, d’une part, ou dans le district de la Meuse, d’autre part. Pour aider à clarifier l'aspect tridimensionnel des masses d'eau souterraines, des horizons ont été ajoutés, c'est-à-dire l'ordre dans lequel les masses d'eau souterraines se produisent en profondeur. Cet ensemble de données contient une liste d'horizons séparés par des virgules dans lesquels se trouve la masse d'eau souterraine. Par exemple, «1» signifie que la masse d'eau souterraine n'est que la première masse d'eau souterraine (la moins profonde); "1,2,3" signifie que, selon l'emplacement en Flandre, la masse d'eau souterraine est la première, la deuxième ou la troisième masse d'eau souterraine en profondeur; "3,4,5" signifie que la masse d'eau souterraine a un minimum de deux et un maximum de quatre masses d'eau souterraine au-dessus de celle-ci. Afin de connaître l’ordre exact des masses d’eau souterraines pour un lieu donné, la couche «masses d’eau souterraines (horizontes)» peut être utilisée." @default.
• c639a957-d327-40fd-aea3-db1413b6da09 description "In order to manage the groundwater, the Flemish subsurface is divided into several three-dimensional units: groundwater bodies. Within these groundwater bodies, environmental objectives are assessed and, if necessary, measures imposed. The delimitation of groundwater bodies is required by the European Water Framework Directive 2000/60/EC, which defines a body of groundwater as "a distinct body of water in one or more aquifers". The classification of the subsoil into different groundwater bodies is mainly based on the physical characteristics of the groundwater reservoirs and on the regional groundwater flow. The succession of aquifers (sand, gravel, chalk, solid rock, ...) and regionally occurring non-aquifers (clay, ...) and the prevention of clear barriers to groundwater flow (thick clay layers, fractures, groundwater separations, strongly draining rivers, salinisation limits, ...) are the most important starting points. The demarcation of the groundwater bodies was therefore based on the Hydrogeological Coding of the Subsurface of Flanders (HCOV coding) and on the classification of the subsurface of Flanders in groundwater systems. The groundwater bodies are three-dimensional and can occur both side by side and above each other. In total, there are 42 groundwater bodies. They are very different from each other: * area from 50 km2 to 6000 km2 * thickness from 20m to 1000m * Kh from 0.000005 to 2300 m/day * from sweet to salt * composed mainly of limestone, sand, gravel, peat, silt, ... * ... Groundwater bodies have both a name and a code. The code is structured as follows: The naming of a groundwater body is always based on the HCOV code of the main aquifer. Each groundwater body has also been given a meaningful code "GWS_HCOV_GWL_NR". The code consists of an abbreviation of the groundwater system in which the groundwater body is located (e.g. CVS, Central Flemish System), followed by the HCOV code, which corresponds to a main aquifer (e.g. 0600 stands for the Ledo-Paniselian-Brusselian Aquifer system). Then the abbreviation "GWL" is added, after which a serial number NR indicates the further spatial division of the aquifer into different regions. Finally, in some cases the letters "s" and "m" were added, indicating that a groundwater body was divided into a part that can be situated in the Scheldt district on the one hand or in the Meuse district on the other. To help clarify the three-dimensional aspect of groundwater bodies, horizons were added, i.e. the order in which groundwater bodies occur in the depth. This dataset contains a comma-separated list of horizons in which the groundwater body occurs. E.g. "1" means that the groundwater body is only the first (least deep) groundwater body; "1,2,3" means that, depending on the location in Flanders, the groundwater body is the first, second or third groundwater body in the depth; "3,4,5" means that the groundwater body has a minimum of two and a maximum of four groundwater bodies above it. In order to know the exact order of groundwater bodies for a given place, the layer ‘groundwater bodies (horizonts)’ can be used." @default.
• c639a957-d327-40fd-aea3-db1413b6da09 description "Om het grondwater te kunnen beheren is de Vlaamse ondergrond opgedeeld in verschillende driedimensionale eenheden: de grondwaterlichamen. Binnen deze grondwaterlichamen worden milieudoelstellingen getoetst en indien nodig maatregelen opgelegd. De afbakening van grondwaterlichamen is verplicht gesteld in de Europese Kaderrichtlijn Water 2000/60/EG. Een grondwaterlichaam wordt hierin gedefinieerd als "een afzonderlijke watermassa in één of meer watervoerende lagen". De indeling van de ondergrond in verschillende grondwaterlichamen is voornamelijk gebaseerd op de fysische kenmerken van de grondwaterreservoirs en op de regionale grondwaterstroming. De opeenvolging van watervoerende (zand, grind, krijt, vast gesteente, …) en regionaal voorkomende niet-watervoerende lagen (klei, …) en het voorkomen van duidelijke barrières voor de grondwaterstroming (dikke kleilagen, breuken, grondwaterscheidingen, sterk drainerende rivieren, verziltingsgrenzen, …) vormen de belangrijkste uitgangspunten. Er werd voor de afbakening van de grondwaterlichamen dan ook uitgegaan van de Hydrogeologische Codering van de Ondergrond van Vlaanderen (HCOV-codering) en van de indeling van de ondergrond van Vlaanderen in grondwatersystemen. De grondwaterlichamen zijn driedimensionaal en kunnen zowel naast elkaar als boven elkaar voorkomen. In totaal zijn er 42 grondwaterlichamen. Ze verschillen onderling zeer sterk: * oppervlakte van 50 km² tot 6000 km² * dikte van 20m tot 1000m * Kh van 0,000005 tot 2300 m/dag * van zoet tot zout * opgebouwd uit voornamelijk kalksteen, zand, grind, veen, silt, ... * ... De grondwaterlichamen hebben zowel een naam als een code. De code is als volgt opgebouwd: De naamgeving van een grondwaterlichaam is steeds gebaseerd op de HCOV-code van de belangrijkste watervoerende laag. Elk grondwaterlichaam heeft eveneens een betekenisvolle code "GWS_HCOV_GWL_NR" meegekregen. De code bestaat uit een afkorting van het grondwatersysteem waarin het grondwater-lichaam gelegen is (bijvoorbeeld CVS, Centraal Vlaams Systeem), gevolgd door de HCOV-code, die overeenstemt met een belangrijkste watervoerende laag (bijvoorbeeld 0600 staat voor het Ledo-Paniseliaan-Brusseliaan Aquifersysteem). Dan wordt de afkorting "GWL" toegevoegd, waarna een volgnummer NR wijst op de verdere ruimtelijke indeling van de watervoerende laag in verschillende regio's. Tenslotte werd in sommige gevallen de letter "s" en "m" toegevoegd, waarmee wordt aangegeven dat een grondwaterlichaam werd opgesplitst in een deel dat enerzijds in Scheldedistrict of anderzijds in het Maasdistrict te situeren is. Om het driedimensionale aspect van de grondwaterlichamen te helpen verduidelijken werden er horizonten toegevoegd, i.e. de volgorde waarop de grondwaterlichamen in de diepte voorkomen. Deze dataset bevat een een kommagescheiden lijst van horizonten waarin het grondwaterlichaam voorkomt. Bv. "1" betekent dat het grondwaterlichaam enkel als eerste (minst diepe) grondwaterlichaam voorkomt; "1,2,3" betekent dat het grondwaterlichaam, afhankelijk van de plaats in Vlaanderen, als eerste, tweede of derde grondwaterlichaam in de diepte voorkomt; "3,4,5" betekent dat het grondwaterlichaam minimaal twee en maximaal vier grondwaterlichamen boven zich heeft. Om voor een gegeven plaats precies te weten wat de volgorde is van de grondwaterlichamen kan er gebruik gemaakt worden van de laag “grondwaterlichamen (horizonten)”." @default.
• c639a957-d327-40fd-aea3-db1413b6da09 description "Um das Grundwasser zu bewirtschaften, ist der flämische Untergrund in mehrere dreidimensionale Einheiten unterteilt: Grundwasserkörper. Innerhalb dieser Grundwasserkörper werden Umweltziele bewertet und erforderlichenfalls Maßnahmen auferlegt. Die Abgrenzung von Grundwasserkörpern ist in der europäischen Wasserrahmenrichtlinie 2000/60/EG vorgeschrieben, die einen Grundwasserkörper als "einen bestimmten Wasserkörper in einem oder mehreren Grundwasserleitern" definiert. Die Einteilung des Untergrunds in verschiedene Grundwasserkörper erfolgt hauptsächlich anhand der physikalischen Eigenschaften der Grundwasserreservoirs und des regionalen Grundwasserflusses. Die Abfolge von Grundwasserleitern (Sand, Kies, Kreide, festes Gestein, ...) und regional vorkommenden Nichtgrundwasserleitern (Ton, ...) und die Vermeidung klarer Barrieren für den Grundwasserfluss (dicke Lehmschichten, Brüche, Grundwassertrennungen, stark entwässernde Flüsse, Versalzungsgrenzen, ...) sind die wichtigsten Ausgangspunkte. Die Abgrenzung der Grundwasserkörper erfolgte daher auf der Grundlage der hydrogeologischen Kodierung des flämischen Untergrunds (HCOV-Kodierung) und der Einstufung des flämischen Untergrunds in Grundwassersysteme. Die Grundwasserkörper sind dreidimensional und können sowohl nebeneinander als auch übereinander auftreten. Insgesamt gibt es 42 Grundwasserkörper. Sie unterscheiden sich sehr voneinander: * Fläche von 50 km2 bis 6000 km2 * Dicke von 20 m bis 1000 m * Kh von 0,000005 bis 2300 m / Tag * von süß bis Salz * hauptsächlich aus Kalkstein, Sand, Kies, Torf, Schluff, ... * ... Grundwasserkörper haben sowohl einen Namen als auch einen Code. Der Code ist wie folgt aufgebaut: Die Benennung eines Grundwasserkörpers basiert immer auf dem HCOV-Code des Hauptgrundwasserleiters. Jeder Grundwasserkörper hat außerdem einen aussagekräftigen Code "GWS_HCOV_GWL_NR" erhalten. Der Code besteht aus einer Abkürzung des Grundwassersystems, in dem sich der Grundwasserkörper befindet (z. B. CVS, Zentralflämisches System), gefolgt vom HCOV-Code, der einem Hauptgrundwasserleiter entspricht (z. B. 0600 steht für das Ledo-Paniselian-Brusselian Aquifer System). Dann wird die Abkürzung "GWL" hinzugefügt, wonach eine Seriennummer NR die weitere räumliche Aufteilung des Grundwasserleiters in verschiedene Regionen angibt. Schließlich wurden in einigen Fällen die Buchstaben "s" und "m" hinzugefügt, was darauf hinweist, dass ein Grundwasserkörper in einen Teil unterteilt wurde, der sich einerseits im Scheldebezirk oder andererseits im Maasbezirk befinden kann. Um den dreidimensionalen Aspekt von Grundwasserkörpern zu verdeutlichen, wurden Horizonte hinzugefügt, d.h. die Reihenfolge, in der Grundwasserkörper in der Tiefe vorkommen. Dieser Datensatz enthält eine durch Kommas getrennte Liste von Horizonten, in denen der Grundwasserkörper auftritt. Z. B. bedeutet „1“, dass der Grundwasserkörper nur der erste (am wenigsten tiefe) Grundwasserkörper ist; "1,2,3" bedeutet, dass der Grundwasserkörper je nach Standort in Flandern der erste, zweite oder dritte Grundwasserkörper in der Tiefe ist; "3,4,5" bedeutet, dass der Grundwasserkörper mindestens zwei und höchstens vier Grundwasserkörper darüber hat. Um die genaue Reihenfolge der Grundwasserkörper für einen bestimmten Ort zu kennen, kann die Schicht „Grundwasserkörper (Horizonte)“ verwendet werden." @default.
• c639a957-d327-40fd-aea3-db1413b6da09 identifier "c639a957-d327-40fd-aea3-db1413b6da09" @default.
• c639a957-d327-40fd-aea3-db1413b6da09 language NLD @default.
• c639a957-d327-40fd-aea3-db1413b6da09 modified "2025-03-10" @default.
• c639a957-d327-40fd-aea3-db1413b6da09 provenance lineage @default.
• c639a957-d327-40fd-aea3-db1413b6da09 publisher 2143719695 @default.
• c639a957-d327-40fd-aea3-db1413b6da09 rightsHolder 0887290276 @default.
• c639a957-d327-40fd-aea3-db1413b6da09 spatial 3337388 @default.
• c639a957-d327-40fd-aea3-db1413b6da09 subject c_dd313021 @default.
• c639a957-d327-40fd-aea3-db1413b6da09 subject GroundwaterBodies-dir-2000-60 @default.
• c639a957-d327-40fd-aea3-db1413b6da09 subject regional @default.
• c639a957-d327-40fd-aea3-db1413b6da09 subject ge @default.
• c639a957-d327-40fd-aea3-db1413b6da09 title "INSPIRE geharmoniseerd - Grondwaterlichamen" @default.
• c639a957-d327-40fd-aea3-db1413b6da09 title "INSPIRE harmonisiert - Grundwasserkörper" @default.
• c639a957-d327-40fd-aea3-db1413b6da09 title "INSPIRE harmonisé - Eaux souterraines" @default.
• c639a957-d327-40fd-aea3-db1413b6da09 title "INSPIRE harmonized - Groundwater bodies" @default.
• c639a957-d327-40fd-aea3-db1413b6da09 type Dataset @default.
• c639a957-d327-40fd-aea3-db1413b6da09 sample 02dc5bc6edc6488b8c1961cd4e3aba85719-7f1f3966479c06fd @default.
• c639a957-d327-40fd-aea3-db1413b6da09 contactPoint genid4438 @default.
• c639a957-d327-40fd-aea3-db1413b6da09 distribution 38c5d6e8-12a2-3e2b-bdf5-b2dceba91d7a @default.
• c639a957-d327-40fd-aea3-db1413b6da09 distribution 515b3c61-a64b-3765-b1d3-b07e20f3e5b7 @default.
• c639a957-d327-40fd-aea3-db1413b6da09 distribution 7675c8e3-713e-3858-bd72-2d2003d86547 @default.
• c639a957-d327-40fd-aea3-db1413b6da09 keyword "DOV" @default.
• c639a957-d327-40fd-aea3-db1413b6da09 keyword "Databank Ondergrond Vlaanderen" @default.
• c639a957-d327-40fd-aea3-db1413b6da09 keyword "Gebiedsbeheer, gebieden waar beperkingen gelden, gereguleerde gebieden en rapportage-eenheden" @default.
• c639a957-d327-40fd-aea3-db1413b6da09 keyword "Ondergrond" @default.
• c639a957-d327-40fd-aea3-db1413b6da09 keyword "VMM" @default.
• c639a957-d327-40fd-aea3-db1413b6da09 keyword "Vlaanderen" @default.
• c639a957-d327-40fd-aea3-db1413b6da09 keyword "hydrogeologie" @default.
• c639a957-d327-40fd-aea3-db1413b6da09 keyword "ondergrond" @default.
• c639a957-d327-40fd-aea3-db1413b6da09 keyword "watervoerende laag" @default.
• c639a957-d327-40fd-aea3-db1413b6da09 landingPage 5a390fb9-9021-469b-9e58-864ee99d290f @default.
• c639a957-d327-40fd-aea3-db1413b6da09 theme GOVE @default.
• c639a957-d327-40fd-aea3-db1413b6da09 theme REGI @default.
• c639a957-d327-40fd-aea3-db1413b6da09 theme TECH @default.