Matches in Data.gov.be for { <https://www.dov.vlaanderen.be/geonetwork/srv/resources/seriess/DOV-bef9144030-f075-11e2-b778-0800200c9a66> ?p ?o ?g. }
Showing items 1 to 45 of
45
with 100 items per page.
- DOV-bef9144030-f075-11e2-b778-0800200c9a66 accessRights PUBLIC @default.
- DOV-bef9144030-f075-11e2-b778-0800200c9a66 conformsTo d285b3bd51c44c26b14412790fe151b420-5b75d2343af9e86d @default.
- DOV-bef9144030-f075-11e2-b778-0800200c9a66 conformsTo 1e0b86a9124c42b43a4a5d3d4268da914dffa20d @default.
- DOV-bef9144030-f075-11e2-b778-0800200c9a66 conformsTo 5d89bef60ffcfc73f5a93ac18ff7dd29ad0000a0 @default.
- DOV-bef9144030-f075-11e2-b778-0800200c9a66 created "2013-10-02" @default.
- DOV-bef9144030-f075-11e2-b778-0800200c9a66 creator 0244195916 @default.
- DOV-bef9144030-f075-11e2-b778-0800200c9a66 description "De breuken zijn gemodelleerd in de basis van elk pakket. Enkel voor de Sokkel (10_11_12Siluur_Ordovicium_Cambrium)worden de breuken in de top van het pakket gevisualiseerd. De meeste van deze breuken komen voor in de diepe ondergrond (in de top van de Sokkel komen zelfs breuken voor over geheel Vlaanderen), waarbij het aantal breuken dat hogerop in de stratigrafie doorloopt stelselmatig afneemt met afnemende diepte. In het Devoon en Carboon komen dus een belangrijk aantal breuken voor, in het Krijt al minder, in het Paleogeen en Neogeen neemt dit aantal nog verder af en in het Quartair komen slechts enkele belangrijke breuken meer voor (met name in en rond de Roerdalslenk) die gerelateerd zijn aan diepe(re) breuken. Bij de opbouw van het 3D‐model werd dit geologische concept van diep in de ondergrond startende en naar boven toe verdwijnende breuken gehanteerd in het bekken van de Kempen. Op plaatsen waar aanwijzingen waren voor de aanwezigheid van een breuk (bijvoorbeeld een groot verschil in diepteligging van het gemodelleerde laagvlak tussen twee dicht bij elkaar liggende datapunten), werd dan ook nagegaan of hier daadwerkelijk een breuk diende ingetekend te worden in het 3D‐model. Indien de aanwijzing voor de breuk op meerdere gemodelleerde niveaus aanwezig was en indien er op die plaats uit de literatuur (in de praktijk meestal het werk van Langenaeker 2000) bleek dat er in dieper liggende pakketten reeds een breuk werd gedocumenteerd, dan werd de breuk ingetekend. Uiteraard werd hier niet lichtzinnig mee omgesprongen en werd slechts een breuk ingetekend indien daar voldoende aanwijzingen voor waren, zoals de reeds vermelde sprong in het laagvlak, maar bijvoorbeeld ook de ruggensteun van seismische interpretaties of geomagnetische observaties. De aanwezigheid van een breuk (of breukzone) met absolute zekerheid vaststellen is evenwel niet altijd even eenvoudig. Deze controle valt buiten de opzet van het 3D lagenmodel. Men dient ook in het achterhoofd te houden dat de manier waarop de breuken voorgesteld zijn binnen het 3D lagenmodel inherent is aan de eigenschappen en beperkingen van het werken met (raster)vlakken op de schaal van Vlaanderen. Het is perfect mogelijk dat wat in het 3D lagenmodel is weergegeven als een continu doorlopende breuk van tientallen kilometer lang, in werkelijkheid een aaneenschakeling betreft van veel kortere breukfragmenten. De resolutie van het 3D lagenmodel laat echter niet toe deze mate van detail aan de breuken toe te kennen. Er is ten andere ook te weinig geweten over de exacte trajecten van deze breuken om de breuk of breukzones gedetailleerd in kaart te brengen. Dit vereist uitgebreide, specifieke studie, die volledig buiten het opzet van deze 3D‐modellering valt. Bij het intekenen van de breuken in het Neogeen en Paleogeen werd. Bij het intekenen van de breuken in het Neogeen en Paleogeen werd een helling van 70° aangehouden. Bij het intekeken van de breuken in de diepere ondergrond werden de breuken subverticaal ingetekend. Het Geologisch 3D model is opgemaakt in het kader van de beheersovereenkomst van de Vlaamse overheid met VITO, onder de noemer VLAKO, in opdracht van het departement LNE - Afdeling Land en Bodembescherming, Ondergrond, Natuurlijke Rijkdommen. Voor de 3D-visualisatie op DOV, werden d.m.v. de lijnenkaarten per formatie vlakken gereconstrueerd om de breukvlakken weer te geven." @default.
- DOV-bef9144030-f075-11e2-b778-0800200c9a66 description "Die Pausen werden auf der Grundlage jedes Pakets modelliert. Nur für Soccle (10_11_12Siluur_Ordovicium_Cambrium) werden die Untergliederungen oben dargestellt. Die meisten dieser Brüche treten im tiefen Substrat auf (an der Oberseite des Sokcle treten sogar Brüche in Flandern auf), wobei die Zahl der Brüche in der Strtigrafie mit abnehmender Tiefe systematisch abnimmt. Im Devoon und im Carboon gibt es daher eine erhebliche Zahl von Frakturen, weniger in der Krijt, im Paleogen und Neogen, und nur wenige große Frakturen (insbesondere in und um das Roerdalslenk), die mit tiefen (re) Frakturen im Quartair in Verbindung stehen. Beim Bau des 3D-Modells wurde im Kempen-Becken dieses geologischen Konzept der Gründung und Verschwinden des tiefen Untergrunds verwendet. Daher wurde an Orten, an denen ein Bruch nachgewiesen wurde (z. B. eine große Tiefe der modellierten Schicht zwischen zwei nahe beieinander liegenden Datenpunkten), geprüft, ob hier ein Bruch im 3D-Modell zu erfassen ist. Wenn der Hinweis auf den Bruch auf mehreren modellierten Ebenen vorlag und die Literatur (in der Praxis in der Regel Langenaeker-Arbeit 2000) zeigt, dass eine Unterbrechung bereits in tieferen Paketen dokumentiert wurde, dann wurde die Unterbrechung aufgezeichnet. Natürlich gab es hier keinen unseriösen Ansatz, und es wurde nur ein Bruch verzeichnet, wenn ausreichende Hinweise dafür vorliegen, wie der oben erwähnte schwache Sprung, aber auch z. B. das Rückgrat seismischer Interpretationen oder geomagnetischer Beobachtungen. Es ist jedoch nicht immer einfach, das Vorhandensein eines Bruchs (oder einer Bruchzone) mit absoluter Sicherheit festzustellen. Diese Kontrolle liegt außerhalb des 3D-Lademodells. Es ist auch zu berücksichtigen, dass die Art und Weise, in der die Brüche innerhalb des 3D-Lademodells dargestellt werden, in den Merkmalen und Grenzen der Arbeit mit (Gitter-)Ebene auf Flandernebenen liegt. Es ist durchaus möglich, dass das 3D-Lademodell einen kontinuierlichen Bruch von Dutzenden Kilometern darstellt, in Wirklichkeit eine Abfolge viel kürzerer Bruchstücke. Die Auflösung des 3D-Lags-Modells erlaubt es jedoch nicht, diesen Detaillierungsgrad den Brüchen zuzuordnen. Es fehlt auch an Kenntnissen über die genauen Abschnitte dieser Frakturen, um die Brüche bzw. die Brüche im Detail zu identifizieren. Dies erfordert eine umfassende, spezifische Studie, die vollständig außerhalb der Konzeption dieser 3D-Modellierung liegt. Als die Brüche in Neogene und Paleogen unterzeichnet wurden. Bei der Unterzeichnung der Brüche in Neogene und Paleogen wurde eine Steigung von 70° beobachtet. Betrachtet man die Brüche im tieferen Untergrund, so wurden die Brüche subvertisch aufgezeichnet. Das Geologische 3D-Modell wurde im Rahmen des Verwaltungsabkommens der flämischen Regierung mit VITO, VLAKO, im Namen des Ministeriums für Land- und Bodenschutz, Subland, Naturressourcen, erstellt. Für die 3D-Visualisierung auf DOV werden die Linienkarten die Ebenen pro Formation rekonstruiert, um die Bruchflächen widerzuspiegeln." @default.
- DOV-bef9144030-f075-11e2-b778-0800200c9a66 description "Les fractures sont modélisées dans la base de chaque paquet. Uniquement pour le Soccle (10_11_12Siluur_Ordovicium_Cambrium), les fractures du sommet du paquet sont visualisées. La plupart de ces fractures sont présentes dans le sous-sol profond (au sommet du Soccle, des fractures sont même présentes sur l’ensemble de la Flandre), le nombre de fractures qui passent au-dessus de la stratigraphie diminuant avec une moindre profondeur. Dans le Devoon et Carboon, il y a donc un nombre important de fractures, déjà moins au Palais et au Neogène, ce nombre diminue encore et seules quelques ruptures importantes (en particulier dans et autour de Roerdalslenk) liées à des fractures profondes sont plus fréquentes dans le Quartair. Lors de l’élaboration du modèle 3D, ce concept géologique de fractures profondes dans le sous-sol a été mis en œuvre dans le bassin de la Kempen. Par conséquent, dans les endroits où il existait des indices de l’existence d’une rupture (par exemple, une grande différence de profondeur de la couche modélisée entre deux points de données proches), il a été vérifié si une rupture devait effectivement être inscrite dans le modèle 3D. Si l’indication de la rupture était présente à plusieurs niveaux modélisés et si, à cet endroit, la littérature (généralement l’œuvre de Langenaeker 2000 en pratique) indiquait qu’une rupture était déjà documentée dans des paquets plus profonds, la rupture a été enregistrée. Bien entendu, elle n’a pas été traitée de manière légère et une rupture n’a été constatée que si elle était suffisamment étayée, comme le saut de bas plan déjà mentionné, mais aussi, par exemple, le soutien d’interprétations sismiques ou d’observations géomagnétiques. Toutefois, la constatation de l’existence d’une rupture (ou d’une zone de rupture) avec une certitude absolue n’est pas toujours aussi simple. Ce contrôle ne relève pas de la conception du modèle 3D de lames. Il convient également de garder à l’esprit que la manière dont les fractures sont présentées dans le modèle 3D de lames est inhérente aux caractéristiques et aux limites du travail avec des surfaces (grilles) sur l’échelle de la Flandre. Il est parfaitement possible que, en ce qui concerne le modèle de lames 3D, une rupture continue de dizaines de kilomètres, il s’agisse en réalité d’une séquence de fragments de fractures plus courts. Toutefois, la résolution du modèle 3D de lames ne permet pas d’attribuer ce degré de détail aux fractures. Par ailleurs, les trajets exacts de ces fractures ne sont pas suffisamment connus pour cartographier en détail la ou les zones de fracturation. Pour ce faire, il est nécessaire de réaliser une étude approfondie et spécifique, qui échappe totalement à la conception de cette modélisation en 3D. Lors de la souscription des fractures du Neogène et du Palais. Une pente de 70° a été retenue lors de la souscription des fractures du Neogène et du Palais. Lors de la présentation des fractures du sous-sol plus profond, les ruptures ont été souscrites subverticalement. Le modèle géologique 3D a été établi dans le cadre du contrat de gestion conclu par l’autorité flamande avec VITO, sous le nom de VLAKO, pour le compte du département du LNE — division du territoire et de la protection des sols, sous-sol, ressources naturelles. Pour la visualisation 3D sur DOV, les cartes de lignes par formation de surfaces ont été reconstituées pour représenter les surfaces de fracturation." @default.
- DOV-bef9144030-f075-11e2-b778-0800200c9a66 description "The breaks are modelled on the basis of each package. For Soccle only (10_11_12Siluur_Ordovicium_Cambrium), the breakdowns are visualised in the top of the package. Most of these breaks occur in the deep substrate (at the top of the Soccle even breaks occur across Flanders), with the number of fractures going up in the stratigraphy systematically decreasing with decreasing depth. In the Devoon and Carboon there are therefore a significant number of fractures, less in the Krijt, in the Paleogen and Neogens, and only a few major fractures (particularly in and around the Roerdalslenk) associated with deep (re) fractures occur in the Quartair. In the construction of the 3D model, this geological concept of deep subsoil start-up and disappearing upwards was used in the Kempen basin. Therefore, in places where there was evidence of the presence of a fracture (for example, a large difference in depth of the modelled layer between two data points close to each other), it was examined whether a break should actually be recorded here in the 3D model. If the indication of the fracture was present at several modelled levels and if the literature (in practice usually Langenaeker’s work 2000) showed that a break was already documented in deeper packages, then the break was recorded. Of course, there was no frivolous approach to this, and a break was only recorded if there were sufficient indications to do so, such as the low-level leap mentioned above, but also, for example, the backbone of seismic interpretations or geomagnetic observations. However, establishing the presence of a break (or fracture zone) with absolute certainty is not always straightforward. This check is outside the design of the 3D loading model. It should also be borne in mind that the way in which the fractures are presented within the 3D loading model is inherent in the characteristics and limitations of working with (grid) planes on the scale of Flanders. It is perfectly possible that the 3D loading model depicts as a continuous break of tens of kilometres long, in reality a sequence of much shorter fragments of fracture. However, the resolution of the 3D lags model does not allow this level of detail to be attributed to the fractures. There is also a lack of knowledge about the exact stretches of these fractures in order to identify in detail the fracture or fracture zones. This requires a comprehensive, specific study, which is completely outside the design of this 3D modelling. When the fractures were signed in Neogene and Paleogen. A slope of 70° was observed when signing the fractures in the Neogene and Paleogen. When looking at the fractures in the deeper substrate, the fractures were recorded subvertically. The Geological 3D model was drawn up under the management agreement of the Flemish Government with VITO, called VLAKO, on behalf of the Department of LNE – Land and Soil Protection Division, Subland, Natural Resources. For the 3D visualisation on DOV, the line maps reconstructed planes per formation to reflect the fracture surfaces." @default.
- DOV-bef9144030-f075-11e2-b778-0800200c9a66 identifier "f9144030-f075-11e2-b778-0800200c9a66" @default.
- DOV-bef9144030-f075-11e2-b778-0800200c9a66 issued "2013-11-12" @default.
- DOV-bef9144030-f075-11e2-b778-0800200c9a66 language NLD @default.
- DOV-bef9144030-f075-11e2-b778-0800200c9a66 provenance lineage @default.
- DOV-bef9144030-f075-11e2-b778-0800200c9a66 publisher 2143719695 @default.
- DOV-bef9144030-f075-11e2-b778-0800200c9a66 rightsHolder 2199336923 @default.
- DOV-bef9144030-f075-11e2-b778-0800200c9a66 spatial 3337388 @default.
- DOV-bef9144030-f075-11e2-b778-0800200c9a66 subject regional @default.
- DOV-bef9144030-f075-11e2-b778-0800200c9a66 subject ge @default.
- DOV-bef9144030-f075-11e2-b778-0800200c9a66 subject Vlaams%20Gewest @default.
- DOV-bef9144030-f075-11e2-b778-0800200c9a66 temporal genid14345 @default.
- DOV-bef9144030-f075-11e2-b778-0800200c9a66 title "G3Dv2_Teile" @default.
- DOV-bef9144030-f075-11e2-b778-0800200c9a66 title "G3Dv2_breuken" @default.
- DOV-bef9144030-f075-11e2-b778-0800200c9a66 title "G3Dv2_fractures" @default.
- DOV-bef9144030-f075-11e2-b778-0800200c9a66 title "G3Dv2_ruptures" @default.
- DOV-bef9144030-f075-11e2-b778-0800200c9a66 type Dataset @default.
- DOV-bef9144030-f075-11e2-b778-0800200c9a66 identifier genid14343 @default.
- DOV-bef9144030-f075-11e2-b778-0800200c9a66 sample d285b3bd51c44c26b14412790fe151b420-5b75d2343af9e87f @default.
- DOV-bef9144030-f075-11e2-b778-0800200c9a66 contactPoint genid14344 @default.
- DOV-bef9144030-f075-11e2-b778-0800200c9a66 keyword "Afzettingen" @default.
- DOV-bef9144030-f075-11e2-b778-0800200c9a66 keyword "Basis" @default.
- DOV-bef9144030-f075-11e2-b778-0800200c9a66 keyword "Breuken" @default.
- DOV-bef9144030-f075-11e2-b778-0800200c9a66 keyword "DOV" @default.
- DOV-bef9144030-f075-11e2-b778-0800200c9a66 keyword "Geologie" @default.
- DOV-bef9144030-f075-11e2-b778-0800200c9a66 keyword "Geologisch 3D lagenmodel van Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, versie 2 (G3Dv2)" @default.
- DOV-bef9144030-f075-11e2-b778-0800200c9a66 keyword "Geologisch 3D model Vlaamse Ondergrond versie2- breuken" @default.
- DOV-bef9144030-f075-11e2-b778-0800200c9a66 keyword "Grid" @default.
- DOV-bef9144030-f075-11e2-b778-0800200c9a66 keyword "Lithosfeer" @default.
- DOV-bef9144030-f075-11e2-b778-0800200c9a66 keyword "Raster" @default.
- DOV-bef9144030-f075-11e2-b778-0800200c9a66 keyword "Top" @default.
- DOV-bef9144030-f075-11e2-b778-0800200c9a66 keyword "lithosfeer" @default.
- DOV-bef9144030-f075-11e2-b778-0800200c9a66 landingPage 7cf70ce5-575d-46b2-871b-08c6d9d01054 @default.
- DOV-bef9144030-f075-11e2-b778-0800200c9a66 theme ENVI @default.
- DOV-bef9144030-f075-11e2-b778-0800200c9a66 theme REGI @default.
- DOV-bef9144030-f075-11e2-b778-0800200c9a66 theme TECH @default.